Blog – Moeten we ons zorgen maken?
Een lesje economie over de toekomst van werk
In maart vroeg ik mij af of Corona de grote schoonmaak teweegbrengt die nodig is om de steeds groter wordende kloof tussen haves & have-nots te doorbreken. Een half jaar later zijn alleen de ramen gelapt en lijkt de kloof eerder groter dan kleiner geworden. Maar toch gebeurt er ook iets dat tot optimisme stemt.
Wonderlijk
Mijn denken en doen rond het thema de toekomst van werk is sterk beïnvloed door mannen: Arjo Klamer, Herman Wijffels en Jan Jonker. Allemaal ‘op leeftijd’, net zoals ik, en nog steeds actief bezig met de boodschap dat groei niet oneindig door kan gaan en een structurele systeemwijziging nodig is om tot een meer eerlijke verdeling van welvaart in de wereld te komen. Paul Mason schetst in 2015 met Postcapitalism hiervoor een roadmap die de wereldeconomie de komende 50 jaar socialer en duurzamer maakt. Daarbij is voor iedereen een rol weggelegd en daarom is het nog steeds mijn meest favoriete boek. Allen lijken tot op heden een roepende in de woestijn. Heel wonderlijk.
Women power
Voor de komende tien jaar zet ik daarom mijn kaarten op drie vrouwen die gemiddeld zo’n 20 jaar jonger zijn. Ik stel ze graag voor. Als eerste Mariana Mazzucato die in The entrepreneurial state (2013) al aantoont dat de overheid grote rol speelt bij innovaties, maar er te weinig van profiteert. Dit resulteert niet alleen in een oneerlijke verdeling van winsten uit riskante ondernemingen tussen de overheid en de private sector, maar ook binnen de private sector. In The Value of everything (2018) is haar boodschap dat moderne economieën activiteiten belonen die waarde onttrekken in plaats van deze te creëren. De actualiteit rond Corona en de discussie over de kosten en beloning van werk in de gezondheidszorg illustreren dit.
Het gemak waarmee de overheid geld in de economie pompt om is beter te begrijpen als je het verhaal van Stephanie Kelton kent. Zij houdt met The Deficit Myth de gemoederen bezig over haar moderne monetaire theorie (MMT). De mythe dat de belastingbetaler opdraait voor de schulden van de overheid kan in de prullenbak.
Toch leveren deze ideeën vooral discussies op tussen voor- en tegenstanders en zet het nog geen beweging in gang. Daarom is de derde vrouw, Kate Raworth, verreweg mijn favoriet. In 2017 kwam haar boek Donuteconomie: In zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw uit. Ze schetst een planeet-brede visie op de economie, waarin de ecologische grenzen van onze aarde worden gerespecteerd en we ervoor zorgen dat ieder mens een waardig leven kan leiden. Zij laat het niet bij een boek, maar initieert tot op de dag van vandaag een continue stroom aan (online) activiteiten waar iedereen aan mee kan doen. Amsterdam heeft al een Donut Coalitie waar iedereen aan mee kan doen. WIN Werkt is een van de partners.
Gewoon dóen
Vind je dit allemaal te ingewikkeld, dan is Fantoomgroei een aanrader. Het boek begint met een simpele vraag van twee freelancejournalisten: waarom profiteren werkende mensen steeds minder van de rijkdom die ze creëren? Het leidt ze naar de kernvraag: wat is economie eigenlijk? Het antwoord is even ontluisterend als simpel: economie is niets meer (en minder) dan het vermogen van een groep mensen om samen een probleem op te lossen.
Laat dat nu precies zijn waar de win-win-win aanpak je bij helpt. Een aanpak die uitgaat van evenwaardigheid tussen burgers, overheid en de markt, virusbestendig blijkt en de economie terugbrengt tot de essentie: het vermogen van een groep mensen om samen een probleem op te lossen. Het gedachtegoed van al die wijze economen ligt eraan ten grondslag, maar de aanpak is het werk van een groep mensen die in de praktijk laat zien dat een nieuwe economie er al is. Ik blijf een optimist.
Irmgard Bomers blogt regelmatig over de toekomst van werk. In Wat een geluk een lifehack voor je werk beschrijft ze stap voor stap wat je zelf kunt doen om (werk)patronen te doorbreken en je voor te bereiden op de toekomst van werk.