Interview Nico Baars – WIN WIN WIN
Theater De Naald drie keer als beste theater gekozen
“We zijn hier allemaal een beetje knettergek.” Zo verklaart smaakmaker Nico Baars van Westlandtheater De Naald het feit dat ze zich voor de 3e keer Theater van het Jaar mogen noemen in de categorie kleine theaters. Een unieke prestatie in theaterland.
Zeven dagen per week
Nico omschrijft zijn leven als de rollercoaster waar Danny Vera over zingt. “De functie die ik heb is op mijn lijf geschreven, maar ik heb moeite met de rem. Er is zoveel schoonheid en moois te zien in de wereld. Ik heb een brede interesse en wil altijd alles weten, beleven en voelen. Daar krijg ik energie van, maar het is tegelijkertijd ook mijn valkuil. Zeven dagen in de week lopen werk en privé bij mij volledig door elkaar heen. Dat is alleen vol te houden omdat ik onderdeel ben van een team dat voor mij op de rem trapt. Thuis is dat mijn vrouw. Zij zorgt goed voor mij, want daar ben ik minder goed in. Op mijn werk is het Otto (Freutel), mijn nuchtere tegenpool, die de praktische zaken regelt bij De Naald. Naar deze mensen luistert hij goed. Daaromheen staat een heel team van bevlogen medewerkers die zijn ideeën omzetten in daden. Zeven dagen per week, 360 dagen per jaar, is De Naald geopend en in gebruik met gemiddeld meer dan 4 activiteiten per dag. Het theater haalt al jaren een gemiddelde bezetting van 80-85%”.
Geloofwaardig blijven
Via het Twitteraccount @NicoNaald informeert de theaterdirecteur al negen jaar lang, met een niet aflatende stroom tweets, zijn volgers over “zijn verslaving aan cabaret, muziek, fotograferen, films en series”. Met Twitter heeft hij een haat/liefdeverhouding. “Ik sluit mijn ogen niet voor de lelijkheid van het medium, maar ik ervaar ook de kracht. Het brengt mij veel nieuws en zakelijk gezien dagelijks interactie met artiesten, publiek en collega’s. Ik zit overal bovenop en heb geen dubbele agenda”.
Zijn mening steekt hij op social media niet onder stoelen of banken. Die eerlijkheid brengt hem ook weleens in een lastig parket. De reacties op een tweet over een voorstelling die hij onder de maat vond, maakten hem voor het eerst bewust van de impact die zijn tweets hebben voor de betreffende artiest. Toch weerhoudt hem dat niet om zijn mening te laten horen. “Niet elke voorstelling is even goed. Je maakt je daarmee zelf ongeloofwaardig.” Wel kiest hij bewust voor een positief kritische insteek. Directe feedback aan artiesten geeft hij alleen als ze erom vragen. Het publiek is vaak milder dan hijzelf. “Ach, ze deden toch hun best”, is meestal hun reactie als hij zich kritisch toont. Maar met ‘je best doen’ word je niet 3x verkozen. Daar is meer voor nodig.
Een neus voor talent
De Naald heeft niet bewust naar een nieuwe prijs toegewerkt. “Ik zou niet weten hoe. Wat ik wel weet is dat elke schakel moet kloppen. Onze kernwaarden zijn eerlijkheid, oprechtheid, openheid en integriteit. Dat geldt voor alles en iedereen en onze gastvrijheid, service en kwaliteit laten we dan ook structureel, al een aantal jaren, meten door mystery guests. In het begin was dat best wel eng.” Het resultaat is dat De Naald in het juryrapport wordt omschreven als een superfijn theater met hele lieve mensen. Ook de programmering wordt geroemd en vooral het feit dat ze bovenop het talent van morgen zitten.
Nico zit in de examencommissie van de Willem de Kooningacademie in Rotterdam en is lid van de Adviesraad van de Koningstheateracademie in Den Bosch. Zijn neus voor jong talent wordt daar gevoed, maar het komt ook gewoon door zijn brede belangstelling. Van Greta Tunberg is hij een groot bewonderaar en voordat het lied Roller Coaster van Danny Vera een hit werd had hij het al opgepikt. Het lied raakte hem en hij vroeg de 16-jarige Babette Zwinkels of zij het wilde spelen bij de Voorproeverij van het nieuwe seizoen in De Naald. Het was een indrukwekkende performance. Het succes heeft echter ook een keerzijde.
Knettergek?
Elke dag loopt hij een uur om zijn conditie op peil te houden, maar ook dan staat zijn hoofd niet stil. Vanochtend heeft hij aan de speech gedacht voor het college van B&W ter gelegenheid van het recordaantal bezoekers in 2019. “In het gebouw zitten we aan alle kanten klem. Met een record 122.352 gasten zitten we echt aan het plafond. In 2014 braken we door de grens van 100.000 en toen dacht ik al dat we krap zaten. Ik heb persoonlijk geen enkele ambitie om naar een groter theater te gaan, maar op deze plek kunnen we niet meer groeien. Er is letterlijk geen ruimte meer. Het niet kunnen anticiperen op ontwikkelingen is voor mij het begin van het einde. Dat is de strekking van de boodschap die ik de gemeente ga meegeven.”
Met een nieuwe De Naald komt het vast goed, want als gemeente zou je wel knettergek zijn als je deze energie laat weglopen. Toch?