Blog – Urgentie

8 december 2016

Ik sta op het podium en vraag aan de zaal: wie denkt over vijf jaar nog hetzelfde werk te doen als nu. Aarzelend gaan een paar handen omhoog. Vervolgens vraag ik: wie maakt zich wel eens zorgen over de toekomst van zijn werk? Heel veel handen gaan omhoog. Als laatste vraag ik: wie onderneemt er iets om die zorgen weg te nemen? Een handjevol handen gaat in de lucht. Ik ken ze; smaakmakers! Dit droomde ik vannacht.

De realiteit 1

Ik sta niet op grote podia, maar ik wil het wel van de toren schreeuwen. De kans is heel groot dat je in de komende jaren te maken krijgt met een reorganisatie, burn-out of ontslag. Allemaal vervelende zaken waar niemand op zit te wachten en waarvoor we het liefst onze ogen sluiten of de kop in het zand steken. ‘Ik moet nog maar ..jaar”, “ik zie wel als het zo ver is”, of “ik kan er toch niets aan doen”. Deze reacties hoor en zie ik dagelijks.

Mensen willen geen verandering concludeert het Verwey Jonkerinstituut. De realiteit is dat slechts 10% van de bedrijven/organisaties is ingericht om te overleven. Drie van de vijf bedrijven sneuvelen in de transitiefase. Het zijn uitspraken van Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde. We zijn te druk bezig met in stand houden en hebben daardoor geen oog op de vernieuwing die volop gaande is. Dat geldt voor werkgevers én werknemers. We komen pas in beweging als het te laat is. Ik zie het elke dag gebeuren en ook de ellende die het tot gevolg heeft.

De realiteit 2

Volgens Martijn Aslander is het arbeidsmarktvraagstuk het grootste probleem dat we hebben. De economie kan niet omgaan met altruïsme en overvloed, zegt hij. Al één miljoen mensen zijn betrokken bij burgerinitiatieven. De politiek heeft geen antwoord op zwermorganisatie en de groeiende groep zelfstandige professionals. Geen enkele partij heeft structurele hervorming van de arbeidsmarkt in het verkiezingsprogramma opgenomen. De kans dat er een oplossing ‘van boven’ komt is zeer gering.

Ook de manier waarop we innovatie organiseren is niet meer van deze tijd. De talloze innovatieclubjes en -initiatieven zetten geen zoden aan de dijk, concludeert Ron Boschma in een recent artikel in het FD. Ze zijn vooral goed voor het imago. De reactie van betrokkenen maakt duidelijk dat hij een teer punt raakt.

De realiteit 3

Tegelijkertijd is de ruimte om NU iets te doen heel groot. Werk maken van de toekomst van je werk. Niet afwachten, maar het heft in eigen hand nemen is het beste wat je kunt doen. Het vergroot je eigen kansen op de arbeidsmarkt en de overlevingskansen van de organisatie waarvoor je werkt. Door meer flexibiliteit in je werk te creëren draag je bij aan een duurzame arbeidsmarkt. Bovendien is het vreselijk leuk. Bedrijven die wel succesvol zijn, profiteren vooral van de kennis die ze halen bij partijen buiten een cluster, staat er ook in het bewuste FD-artikel. Dat effect zien we ook in de WIN community. “Ik heb sinds 2014 geleerd om de ruimte te zoeken in mijn drukke baan om mezelf buiten welzijn te laten inspireren met innovatieve ideeën. Daarom ben ik nu zichtbaar als vernieuwer, heb ik leukste baan ooit en word ik voor de gekste onderwerpen gevraagd. Het is niet alleen goed voor mijzelf, maar de hele organisatie profiteert daarvan.” (Stef Beun, manager Voor Welzijn).

Het effect van leren werken in netwerken. Wanneer ga jij werk maken van de toekomst van je werk?

Irmgard Bomers is initiatiefnemer van WIN (werken in netwerken) en blogt iedere maand over ontwikkelingen in haar werk. 

 

 

 

 

Volg ons!

@werkinnetwerken #zdha