Stoppen met druk-zijn als statussymbool
Een ingezonden brief in de Volkskrant van Josse Wiering bracht een stroom aan reacties teweeg. Het bericht werd veel gedeeld op social media en deze week was Josse bij NPO Radio live in de uitzending te horen. Ze pleit ervoor om druk-zijn niet langer als statussymbool te beschouwen.
“Als je het niet druk hebt, dan zal er wel iets mis zijn,” zegt Josse in de uitzending en leest de navolgende tekst voor.
‘Ik heb het druk’ is het nieuwe ‘het gaat goed’ geworden. Het lijkt zelfs argwaan te wekken om het níét druk te hebben. Nu zijn er aan de ene kant mensen die druk zijn, omdat ze dingen doen die passen bij wat zij als hun ‘zin van het leven’ hebben bepaald. En ze doen die dingen nu eenmaal graag vaak en veel. Hier heb ik in principe niks op tegen. Aan de andere kant zijn er – ik denk veel – mensen die druk zijn om het druk zijn. Omdat de drukte gezien wordt als een soort statussymbool. Als je maar veel te doen hebt op je werk, vaak gezellige borrels bijwoont en het liefst ook nog iedere avond sport, zal het wel goed met je gaan. Dat je het dan druk-druk-druk hebt, is jammer, maar je bent gelukkig wél succesvol. En precies over dit laatste, de drukte als statussymbool, zou ik willen zeggen: laten we hier met z’n allen mee stoppen.
Het zou niet normaal moeten zijn om meer werk te doen dan waarvoor je betaald wordt. Het hoort oké te zijn om vier dagen in de week te werken in plaats van vijf, zonder je schuldig te voelen over of je het wel hebt ‘gemaakt’. Als we erin slagen – het liefst collectief – de drukte als statussymbool te laten varen, hoeven we niet meer allemaal tegen elkaar op te boksen in de ‘wie heeft het het drukst’-strijd en kan iedereen voor zichzelf ontdekken waar hij of zij zich het prettigst bij voelt. Wie weet wat voor moois er juist in die rust ontstaat.
Spreekt het pleidooi van Josse je aan? De WIN WIN WIN formule helpt om meer rust te creëren (in je werk en daarbuiten). Wat je met die tijd doet, dat bepaal je uiteraard helemaal zelf.