Waarde en waardering van werk

3 juli 2020

Uit een studie, eerder dit jaar, van de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid) blijkt dat ‘werk’ na ‘gezin’, ‘vrienden’ en ‘vrije tijd’ op de vierde plaats staat in het leven.  Binnen het werk scoren waarden als ‘leuk werk’, ‘een goed salaris’ en ‘goede werktijden’ verreweg het hoogst.

 

Meer dan vrouwen vinden mannen een goed loon en baanzekerheid belangrijk. Vrouwelijke werknemers hechten vaker waarde aan leuk en zinvol werk en aan goede werktijden en een dito vakantieregeling. Meer dan vroeger proberen mensen  hun werk met  andere rollen (gezin, vrije tijd, maatschappelijk werk) te combineren.

Werk lijkt niet langer het ‘werk, werk, werk’, de bekende verkiezingsleus uit de tijd van de ‘paarse‘ kabinetten Kok uit de jaren negentig. Zingeving, het is een term die ik steeds  vaker hoor. Zin willen geven aan je leven en daarmee ook aan je werk. Een groeiende groep werknemers vind het verrichten van zinvol, zinnig en waardevol  werk zelfs belangrijker dan de hoogte van hun inkomen. Zin geven is betekenis geven. Via je werk iets betekenen voor anderen of voor de wereld. Hoe mooi is dat. Helaas (of misschien moet ik zeggen: vreemd genoeg) is mooi werk niet synoniem aan werk met een hoge status of hoog aanzien.

In tegendeel

Het mooie van de coronatijd is dat die tegenstelling vervaagt. Veroorzaakt door een bijvoeglijke naamwoordje dat deze tijd allesbepalend lijkt voor de status van je beroep: vitaal. Wie vandaag de dag geen vitaal beroep heeft nog nauwelijks aanzien, doet niet meer mee.

Zelf hebben ze er niet om gevraagd, maar plotseling bleken ze ineens in een heel vitale sector te werken: de schoonmakers. De minister president gaf een voorzet en daags daarop kopte Koning Willem Alexander hem zelf in, tijdens zijn coronatoespraak. Letterlijk:  ‘We beseffen ook maar al te goed hoe onmisbaar de mensen zijn die voorkomen dat onze samenleving stilvalt. Mensen in de logistiek, de supermarkten, de schoonmaak (daar heb je ze!), de ICT, het onderwijs, de kinderopvang, het openbaar vervoer, de politie…. U draagt ons door deze moeilijke tijden heen. Zonder u gaat het simpelweg niet. Heel veel dank.’

Piet Adema, de voorzitter van de Ondernemingsorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten OSB moet die avond voor de tv een rondedansje hebben gemaakt. In het interview in het aprilnummer van met EuropoortKringen maakt hij zich sterk voor een positievere beeldvorming van zijn sector. ‘Schoonmakers verdienen meer respect en zijn dat waard, want zijn ruimen onze rommel op’.

Ik geef hem groot gelijk. Ze doen hun werk vaak zonder dat iemand het ziet. Aan het eind van de dag doe je de deur van je werkkamer achter je kont dicht en de volgende ochtend  ruikt het er weer fris en ziet alles er spic & span uit. Schoonmakers leer je vaak pas kennen als je óf ‘s ochtends heel vroeg op je werk komt, of ’s avonds een paar uurtjes doorwerkt, omdat je anders toch maar in de file staat.

Bij het Havenbedrijf, herinner ik me, verzamelt zich aan het eind van de middag een grote groep schoonmakers (meestal vrouwen) in de hal van het World Port Center. Van alle nationaliteiten. Een gekwebbel van jewelste. Klokke vijf (meen ik) verspreiden ze zich over de etages en even later kom je door het hele pand stofzuigers, snoeren, emmers, handdoeken, wasmiddelen, spuitbussen en plastic handschoenen tegen. Ik werk er niet meer, maar in coronatijd zal de variatie aan gereedschap alleen maar zijn toegenomen.

De schoonmaakster. In gedachten zie ik haar weer voor m’n bureau staan. Mijn werkblad is altijd een opeenstapeling van papier waarin alleen ik orde kon scheppen. Een chaos in de ogen van collega’s. Zorgvuldig en zonder ook maar één boek of een A4-tje aan te raken aan te raken, neemt ze de weinige nog zichtbare plekjes op mijn bureaublad af met een vochtige doek. Vervolgens telefoon, toetenbord  en het scherm van de pc.  Vrijwel altijd vrolijk en tijd voor een praatje, soms met handen en voeten om duidelijk te maken wat ze bedoelt.

Zinvol, zinnig en waardevol werk. Hoe zal het haar nu vergaan, daar in de frontlinie?

Smaakmaker Jaap Luikenaar (1953) woont sinds een aantal jaren in Eindhoven. Zijn hele werkzame leven is hij actief in het communicatievak als schrijver en redacteur. Eerst in dienstverband en nu op projectbasis vanuit zijn eigen bedrijf Leodium. Voor Europoortkringen schrijft hij columns. Hij is tevens bestuurslid bij Terres des Hommes Eindhoven en faciliteert WIN Werksessies in Eindhoven.

Volg ons!

@werkinnetwerken #zdha