Is ons arbeidsethos aan een update toe?

11 april 2021

MaatschapWij is er voor iedereen die wil helpen Nederland socialer, vitaler en duurzamer te maken. Freelance journalist Roanne van Baren schreef voor Maatschappij WIJ onderstaand artikel over een arbeidsethos dat niet meer past in deze tijd. We hebben het integraal overgenomen.

Als je niet zou hoeven werken om geld in het laatje te krijgen, wat zou je dan doen? De meeste mensen antwoorden op deze vraag dat ze minder zouden gaan werken, dat ze ander werk zouden gaan doen of zouden stoppen met werken in de traditionele zin. Het huidige arbeidsethos is voor veel van ons niet ideaal. Is het tijd voor verandering? 

“Ik zou dan voornamelijk met mijn tuinen bezig zijn,” antwoordde mijn moeder resoluut toen ik haar vroeg wat ze zou doen als ze niet meer ‘moest’ werken om geld te verdienen om zich in haar basisbehoeften te kunnen voorzien. Ze heeft twee moestuinen: een kleine dichtbij huis en een grotere iets verder weg. In januari begon ze al met de voorbereidingen en plannen voor het komende tuinseizoen. Elk jaar heeft ze weer nieuwe innovatieve ideeën. Vorig jaar ontdekte ze dat de natuurlijke vijand van mieren koffie is, zodat haar kolen gespaard bleven. Dit jaar bouwde ze een eigen kas waarin ze zaadjes kon laten ontkiemen voordat ze de moestuin in gaan.

“En ik zou veel meer groenten en fruit kunnen produceren voor jullie allemaal,” voegde mijn moeder toe. Zij zou ons – vier uitwonenden kinderen uit een voormalig samengesteld gezin, mijn oma en misschien ook nog wat vrienden – voor een groot deel kunnen voorzien van voedsel. Wanneer ‘werk’ anders bekeken en ingericht zou worden, zou mijn moeder een meer vervuld leven leiden. En zij is niet de enige die baat heeft bij een herziening van ons arbeidsethos.

 

Hard werken is de norm

De 40-urige werkweek is net zo ingeburgerd in onze samenleving als de fenomenen: ‘ontbijten’ en ‘nieuws lezen’. Vijf dagen per week acht uur een beroep uitvoeren, dat doe je gewoon. En op veel plekken is nóg meer werken normaal. Dertig procent van de werkende bevolkingsgroep werkt regelmatig over, blijkt uit cijfers van het CBS. In managementfuncties (56 procent) en in het onderwijs (45 procent) maakt ongeveer de helft van de werknemers overuren.

Reken daar prestatiedruk, flexibele contracten, gedwongen zelfstandigen en bullshit jobs bij op en het is niet moeilijk te zien waar de groeiende groep mensen met burn-outs vandaan komt. Een op de zeven werknemers ervaart burn-outklachten. In het onderwijs ligt dit cijfer nog hoger: een op de vijf. Allemaal tekenen dat het niet helemaal snor zit met ons huidige arbeidsethos van hard werken, voorbij gaan aan jezelf en minimale arbeidsvoorwaarden accepteren.

Een achterhaald arbeidsethos

Hard werken wordt in onze samenleving beloond. Niet alleen in financiële zin (wat voor sommige beroepen zelfs niet het geval is), maar vooral in de vorm van sociaal aanzien. Wie kan zeggen dat diegene ‘druk’ is, heeft het voor elkaar. Volgens socioloog Jamie McCallum – schrijver van het boek Worked over: how round-the-clock work is killing the American dream – is werk een belangrijke factor geworden voor onze identiteit en de mate waarin wij eigenwaarde ervaren. McCallum wijst naar het kapitalisme als bron voor deze ontwikkeling. Want in een kapitalistische samenleving moet een burger zichzelf eerst bewijzen voordat deze waardig geacht wordt. Pas wanneer je legaal betaald werk verricht, ben je een waardige burger en heb je rechten en privileges. Hoe meer legaal betaald werk, hoe meer aanzien iemand heeft én waard wordt.

Het arbeidsethos van hard werken is een hardnekkig sociaal construct, vertelt McCallum. We nemen het aan als een onontkoombaar feit dat je nu eenmaal hard moet werken om een plekje in de maatschappij te bemachtigen. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat driekwart van de Nederlandse volwassenen werk ziet als een plicht ten opzichte van de maatschappij. De meesten vinden dat je niet zelf mag beslissen of je wil werken of niet. Pas wanneer je je plicht hebt vervuld, mag je doen waar je zin in hebt, vindt tweederde van de volwassenen. Het kapitalistische arbeidsethos zit verweven in ons culturele DNA.

De behoefte is er

En dat terwijl de meeste mensen minder zouden willen werken. Als je kijkt naar de ratio vijf dagen werk op twee dagen vrij, dan is dat een wezenlijk verschil met 4:3, 3:4 of zelfs 2:5. Voor veel mensen is het huidige gebrek aan evenwicht tussen werk en privé een belangrijke reden om een minder lange werkweek te wensen. Om zo meer tijd over te houden voor hobby’s, vrienden, familie en ontspanning. De dingen waar we later als oude opaatjes en omaatjes op terugkijken en waarvan we zeggen: ‘Dat deed ertoe, dat maakte mijn leven zinvol’.

De werknemers die tussen de 25 en 28 uur werken zijn het meest tevreden met de lengte van hun werkweek, blijkt uit onderzoek van het TNO. Onderzoekers aan de universiteit van Cambridge hebben zelfs ontdekt dat niet meer dan acht uur werk per week goed voor ons is. Betaald werk heeft wel degelijk positieve voordelen: een sociale context, structuur en dus dat gevoel van identiteit, maar dit geldt maar voor acht uur in de week. Ieder uur dat daar bovenop komt, draagt vooral bij aan een groeiende behoefte naar meer vrije tijd.

 

Minder werken

Het gekke is dat lang werd gedacht dat we alleen maar minder zouden gaan werken. In de jaren ‘20 en ‘30 van de vorige eeuw voorspelde grote denkers dat de automatisering ertoe zou leiden dat werkweken korter zouden worden en onze vrije tijd zou toenemen. Machines zouden het werk overnemen. Een lange tijd leek het alsof dit ook echt ging gebeuren. Tot de jaren ‘80. Sindsdien zijn we alleen maar meer gaan werken.

De machines zijn er wel gekomen, maar voor de banen die verdwenen zijn, zijn nieuwe banen in de plaats gekomen. En veel daarvan zijn de befaamde bullshit jobs. Dit is werk waarvan de werknemer zelf aangeeft dat het onzin is. Uit onderzoek van Schouten & Nelissen onder 1900 werknemers bleek 40 procent zijn/haar/hen baan als zinloos te ervaren. Volgens de Amerikaanse antropoloog David Graeber zijn de banen die weggevallen zijn door automatisering, massaal vervangen door werk in sales, management, administratie en dienstverlening. Banen waarvan de werknemers zelf het meest aangeven dat ze hun baan zinloos vinden en deze op maatschappelijk niveau minder bijdraagt dan banen in het onderwijs en de zorg.

Als veel van deze functies geen directe of helemaal geen positieve impact op onze samenleving hebben en werknemers zelf ook niet de banen genieten, waarom zouden we ze dan niet schrappen en gewoon minder gaan werken?

Vrijetijds-angst

Omdat we bang zijn voor vrije tijd, denk Rutger Bregman. Er zijn een aantal vastgeroeste ideeën in onze samenleving rondom het thema ‘vrije tijd’. We denken dat als we meer vrije tijd hebben, we luie-uit-ons-neus-vretende schorriemorrie worden. Dat we ons dan zullen vergrijpen aan de drank en de televisie de hele dag aanstaat.

Maar in veel gevallen blijkt juist het tegenovergestelde het geval te zijn. We zitten het meeste achter de buis aan het einde van een drukke werkdag. Niet als het vakantie is en we voldoende energie hebben om allerlei dingen te ondernemen. En we drinken het liefst na alle drukte van de week de spanning weg op de vrijmibo. Ik vraag me af of we alcohol net zo hard nodig hebben als we minder hard werken en een vervuld en zinvol leven leiden.

Is het nodig om veel te werken?

De vraag is dan: kunnen we wel minder gaan werken in een vergrijzende samenleving waar belastingcenten nodig zijn om onze gemeenschappelijke voorzieningen te financieren? Het korte antwoord hierop is ‘ja, dat kan’ en het lange antwoord volgt.

De tijd die vrijkomt door minder te werken, zouden mensen kunnen besteden aan iets wat hen voldoening geeft. De meeste mensen willen – dat is het mensbeeld waar Rutger Bregman het steeds over heeft in zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ – een maatschappelijke bijdrage leveren. Dus zelfs de maatschappij zou er door een herziening van ons arbeidsethos op vooruitgaan.

We krijgen meer tijd om het onbetaalde werk te doen – zoals zorgen voor onze naasten – en voor hobby’s en ontspanning. En dat betekent: minder kosten voor de ouderenzorg (want we hebben meer tijd om met onze ouders en grootouders op te trekken), de gezondheidszorg (want onze mentale vitaliteit heeft veel baat bij tijd voor onszelf, naasten en hobby’s) en onderwijs (want we hebben meer tijd om onze kinderen te leren over alle dingen die belangrijk zijn in het leven).

Kortom, minder werk levert minder belastinggeld op in de overheidskas, maar die zal ook minder geld nodig hebben, omdat we meer tijd hebben om zorg te dragen voor de gemeenschap. Minder werken levert de maatschappij daarmee veel meer op dan dat zij eraan verliest. De hoogste tijd om ons arbeidsethos van hard werken eens even goed onder handen te nemen.

 

Zingeving is key

Brendan Burchell onderzocht samen met zijn collega’s aan de universiteit van Cambridge de achturige werkweek en vertelde in een interview met NU.nl: “Onder de ondervraagden zaten mensen die minder zijn gaan werken en zich na een tijdje niet meer konden voorstellen dat ze ooit tijd hadden om vijf dagen te werken. Als de aspecten van sociale status en schuldgevoel over weinig werken wegvallen, zie je dat mensen zich goed kunnen vermaken en daar dan vervolgens hun identiteit aan ontlenen. Aan hun creativiteit, hun muziek, het vrijwilligerswerk dat ze zijn gaan doen, tuinieren, de relaties die ze opbouwen en onderhouden.”

Uit het niets minder gaan werken is natuurlijk niet voor iedereen een optie, aangezien sommige mensen fulltime moeten werken om het financieel rond te kunnen krijgen. Een basisinkomen zou dan een uitkomst kunnen bieden. Of we kunnen stappen gaan zetten naar een simpeler en goedkoper leven. Dat laatste is Marjolein Jonker goed bevallen; zij ruilde haar rijtjeshuis en 9-tot-5 baan in voor een tiny house. Minder werken betekent naast minder geld, ook meer tijd om dingen zelf te doen en maken in plaats van uit te besteden. En dat scheelt in de kosten.

Nu hebben we vaak geen tijd of energie om onze eigen groenten te verbouwen, klusjes in huis te doen, onze fiets te maken, het huishouden bij te houden of met de buren een buurtproject te beginnen. Terwijl dit wel het onbetaalde werk is dat ons een betrokken en verbonden gevoel geeft. En de mate van betrokkenheid en verbinding die we voelen – a sense of belonging – is een belangrijke factor voor onze ervaring van zingeving. Het zou heel wat existentiële crises schelen, wanneer we de tijd hebben om zorg te dragen voor de plek waar we leven. Dat is niet alleen goed voor onszelf en de mensen om ons heen, maar ook beter voor de planeet.

Post-‘druk, druk, druk’-arbeidsethos

Hoe hardnekkig het huidige arbeidsethos ook is, net als elk sociaal construct is het maar een construct en zijn we niet veroordeeld tot ons huidige arbeidsethos. We kunnen het anders gaan doen.

Dat vraagt om een shift in ons denken: van een ‘druk, druk, druk’-arbeidsethos naar een ‘wat is zinvol’-arbeidsethos. Want werken om het werken, geeft ons niet dat vervulde leven waar we allemaal zo naar snakken. We moeten onszelf nieuwe vragen gaan stellen: Waarom werken we? Wat is de essentie van werk? Waar worden we gelukkige mensen van? Wat willen we bijdragen aan de maatschappij? En is dat altijd werk dat betaald wordt, of spendeer ik liever meer tijd aan onbetaald werk?

De arbeidsethos is moeilijk in je eentje te doorbreken, maar waar iemand vragen stelt, worden meer mensen aan het denken gezet. Die weer anderen aan het denken zetten, waardoor een bedrijf of zelfs een land gaat nadenken over de huidige stand van zaken. Samen kunnen we het huidige arbeidsethos dat ons niet meer dient verschuiven naar een arbeidsethos dat ons wel dient. Waarin wij niet meer in dienst staan van werk, maar werk in dienst van ons. En ons helpt bij het verwezenlijken van onze grootste wensen en dromen. Zoals mijn moeder die het meest vervulde leven zou leiden als zij fulltime onbetaald in haar tuin zou kunnen werken.

Volg ons!

@werkinnetwerken #zdha