Het Burger Service Model
Roos Wouters, directeur van de Werkvereniging, een belangenplatform voor modern werkenden, geeft een inkijkje in de veranderende behoeften en wensen van modern werkenden. Wat is tegenwoordig nodig hebben om optimaal te kunnen functioneren op een arbeidsmarkt die voortdurend in beweging is.
Voorzieningen en wetgeving gedateerd
Toen onze arbeidswetgeving in 1907 werd ontworpen, was een werkgever doorgaans rijk en een werknemer arm. Wilde je werkgever worden dan had je kapitaal nodig voor een fabriek, machines en arbeiders. Werknemers waren meestal laag opgeleid en van echte sociale zekerheid was nog geen sprake. Een goede onderhandelingspositie hadden arbeiders meestal niet. Heel vreemd is het dan ook niet dat er werd besloten om werkgevers te verplichten om voor hun werknemers te zorgen. Noblesse oblige.
Tegenwoordig kan je met een goed idee en een internetverbinding al werkgever worden en zijn werknemers steeds hoger opgeleid en een stuk minder afhankelijk. De machtsverhoudingen zijn behoorlijk verschoven. Natuurlijk zijn er nog steeds mensen met een slechte onderhandelingspositie die in bescherming genomen moeten worden tegen de uitbuiting van slechte werkgevers. Maar de groep modern werkenden die als werkgever niet per se rijk en machtig is en als werkafnemer niet per se arm en afhankelijk, groeit gestaag. Deze arbeidswetgeving en het sociale zekerheidsstelsel is niet op deze groep modern werkenden ingesteld.
Collectiviteit individueel organiseren
Modern Werkenden hebben behoefte aan een sociaal zekerheidsstelsel dat inspeelt op de behoeften van vandaag en tevens ruimte laat voor de behoeften van morgen. Hoe kunnen we collectieve voorzieningen individueel organiseren? Dat vraagt om een stelsel dat wederkerige flexibiliteit in combinatie met zekerheid biedt. En dat oog heeft voor individualisme zonder ‘a sociaal’ te zijn.
Wat nou als we een stelsel inrichten dat opdrachtgevers en werkafnemers als gelijke burgers naast elkaar plaatst en we dit stelsel het Burger Service Model (BSM) noemen? Bij het BSM is de toegang tot verzekeringen, voorzieningen en opleidingsgelden losgekoppeld van werkgever en branche. Iedere burger die een bijdrage levert aan de arbeidsmarkt, of dat nu in vaste dienst is of flexibel, draagt bij en krijgt daarmee toegang.
Tegenwoordig heeft iedereen een uniek Burgerservicenummer (BSN).
Daarop wordt bijgehouden wat je per jaar verdient en hoeveel belasting je moet afdragen. Als we de opbouw van de sociale verzekeringen en voorzieningen aan dit nummer koppelen en collectief een minimale premieafdracht afspreken die wordt doorberekend in het bruto ‘loon’, dan is dat wel zo eerlijk en helder. Zo kunnen mensen met vaste contracten wendbaar worden zonder dat zij bang hoeven zijn om hun opgebouwde rechten te verliezen. De rechten zijn namelijk aan het BSN gekoppeld en niet aan de werkgever.
Flexwerkers en zelfstandigen krijgen toegang tot collectieve sociale zekerheden waardoor het collectiviteitsvoordeel voor iedereen wordt
vergroot. En ondertussen verlost het werkgevers van de starre zorglast die ten koste gaat van de flexibiliteit.
‘Een leven lang tot elkaar veroordeeld zijn’ is dan definitief voorbij. Dit BSM houdt de vaste krachten minder gevangen, maakt flexwerkers
minder vogelvrij én biedt opdrachtgevers en werkafnemers de gewenste wederkerige flexibiliteit in combinatie met zekerheid.
Het Burger Service Model is een van de 50 ideeën die de Bedenktank heeft verzameld in de bundel Wat nou als die is gepresenteerd tijdens de World Creativity Day 2021.