Flexibel werken als norm
Volgens Sarike Verbiest, onderzoeker flexibilisering bij TNO, is Nederland kampioen van de flex-arbeid. Als de trend zich doorzet in het huidige tempo dan zijn in 2030 vaste medewerkers een minderheid onder de werkenden.
Sterke groei
Het aantal flexibele werknemers is de afgelopen vijftien jaar toegenomen van 1,1 miljoen naar bijna 2 miljoen. Het aantal zzp-ers groeide van ruim 630.000 in 2003 naar 1,1 miljoen in 2018. Van alle werkenden is nu meer dan eenderde flexwerker: werknemer met een flexibel contract of zzp’er. Althans volgens de definitie die CBS en TNO hanteren in hun Flexbarometer.
Onomkeerbaar
In de meest recente versie van de Flexbarometer is te zien dat vooral het aantal werknemers met een vast contract maar zonder vaste uren sterk is gegroeid. Dat geldt ook voor tijdelijke werknemers zonder vaste uren en oproepkrachten. Bij elkaar groeide deze groep van 443.000 naar meer dan een miljoen mensen. In de horeca, specialistische zakelijke dienstverlening en sport en recreatie zijn flexwerkers al in de meerderheid, in de bouw en handel nog net niet.
Deze trend laat zich niet meer keren. Daarvoor gaan ontwikkelingen te snel en is de behoefte aan flexibiliteit aan zowel werkgevers als werknemerszijde groot. Het wordt dus de hoogste tijd dat de sociale wetgeving stopt met het onderscheid maken naar contractvorm. Een werkverzekering voor alle werkenden zou uitkomst bieden. De Werkvereniging maakt zich daar sterk voor. Dat flexibel werken misschien wel de norm wordt is ook een van de inzichten van het World Economic Forum.
Anticiperen
Waar je ook de voorkeur aan geeft (vast of flex), het is hoe dan ook verstandig om ervaring op te doen met werken in netwerken. Een manier van werken die anticipeert op de toenemende flexibilisering, ongeacht de contractvorm, en die voorkomt dat je steeds opnieuw op zoek moet naar werk. Daar worden de meeste mensen niet blij van. Op 21 maart kun je kennismaken met werken in netwerken tijdens het 6e WIN Werk(t) Festival.