De tijd is rijp
Waarom verstrengeling van cultuur, natuur en technologie hoopvol is
Essay door Irmgard Bomers
‘Vluchten kan niet meer, ik zou niet weten hoe’. Dat zingen Jenny Arean en Frans Halsema in 1971. Meer dan 50 jaar later is de tekst super actueel en zien we de contouren van een ander tijdperk ontstaan waarin eerlijker met mens, natuur en geld kan worden omgegaan. Een hoopvolle kerstgedachte.
De crisissen buitelen over elkaar heen en niemand lijkt te weten wat te doen. Althans, dat is het beeld wat ontstaat als je alleen afgaat op wat er in de publiciteit komt. Daarom blijven de meesten van ons naar beste eer en geweten doorgaan met wat we deden. En daar hoef je, vrij vertaald naar Einstein, geen andere resultaten van te verwachten.
Het geeft rust als je begrijpt wat er aan de hand is én dat -ongeacht wie of wat je bent- er iets aan te doen is. Dat biedt de win-win-win aanpak voor duurzame welvaart met de mens als gangmaker.
Halverwege de digitale transitie
We zitten midden in een veranderend tijdperk, aangejaagd door technologische vernieuwing. Er is geen ontkomen aan en het zal uiteindelijk leiden tot een fundamenteel andere maatschappij en nieuwe machtsverhoudingen in de wereld. Dat gaat nog eens zo’n 25-30 jaar gaat duren en historisch gezien gepaard met crisissen en oorlog.
In een podcast[i] van BNR legt Marco Derksen goed uit waarom een omslagpunt is bereikt. We hebben een aantal decennia met geweldige nieuwe toepassingen achter de rug, met als meest tastbare resultaat dat we niet meer zonder onze mobiel kunnen. Ook zijn de afgelopen jaren veel analoge processen geautomatiseerd. De keerzijde daarvan zien we nu ook[ii]. Dat komt omdat automatisering een lineair proces is (van A naar B) dat niet verward moet worden met het digitale transformatieproces waar we middenin zitten. Een onomkeerbaar proces.
Hoe het eindplaatje eruitziet weet niemand en dat maakt het vaag en ongemakkelijk voor iedereen die gewend is om met doelen en resultaten te werken. Sommigen kiezen voor strijd om te behouden wat was of om nog meer geld en macht te krijgen. Het is van alle tijden en vechten daartegen heeft, net als vluchten, geen zin. Alleen accepteren opent een nieuwe weg. Waarbij accepteren niet betekent berusten; juist niet. Door gewoon te doen en daarbij dicht bij jezelf te blijven, ontstaat er stap voor stap vertrouwen dat je kunt bijdragen aan oplossingen die goed zijn voor jezelf én anderen.
Het begint met het inzicht dat alles met elkaar is verbonden en ieder mens onderdeel is van een ecosysteem, bestaande uit drie organismen. Elk met een eigen dynamiek en belang. De oude Grieken noemden het oikos, polis en agora. Sinds duurzaamheid op de agenda staat, spreken we wereldwijd van people, planet en profit.
Het ecosysteem floreert als de drie organismen binnen de vastgestelde context (je privéleven, een gebied/sector, een organisatie of de hele wereld) lekker lopen. De context bepaalt ook de functie van de organismen.
Vanuit individueel perspectief ben jij dat in je privéomgeving, met de overheid voor beleid & regelgeving (o.a. natuur, zorg en onderwijs) en de markt waar vraag & aanbod (o.a. banen, boodschappen, vakanties) leidend is. Vanuit organisatieperspectief ben jij dat met je collega’s, de stake/shareholders en de operationele/financiële resultaten. Vanuit overheidsperspectief zijn het de burgers, de natuur en de bedrijven/ondernemers. Vanuit wereldperspectief houden cultuur, natuur en technologie de gemoederen bezig.
Vooralsnog is er geen enkele aanwijzing dat een van de organismen in dit ecosysteem zal verdwijnen.
Een fundamentele verandering
In de werking van datzelfde ecosysteem is wel fundamenteel iets veranderd.
Vanuit de evolutietheorie is er brede acceptatie dat de mensheid en de natuur zichzelf autonoom ontwikkelen. Over het ontstaan van de people en de planet verschillen de meningen weliswaar, maar dat profit mensenwerk is, daarover was iedereen het tot voor kort mee eens. In de markt is echter technologie opgekomen die zichzelf inmiddels ook autonoom ontwikkelt. Dat is nieuw.
De ontwikkeling van artificial intelligence gaat met een enorme snelheid en levert uitkomsten op die nu al het menselijk verstand te boven gaan. Niet alleen wetenschappers, maar ook softwareontwikkelaars en de grote Tech bazen roepen massaal dat ingrijpen van de overheid nodig is. Een schier onmogelijke taak. Diezelfde technologie heeft namelijk al decennialang gelegenheid gekregen om zich in ons leven en werk te nestelen. Een wereld zonder mobiel is niet meer voor te stellen en wij consumenten zijn producent geworden door de systemen te voeden met onze data in ruil voor gratis gebruik van zoekmachines en social media. Het heeft een impact op ieders bestaan en daar kan niemand meer omheen. Tegelijkertijd is er ook een toenemend bewustzijn dat het ecosysteem op grote schaal niet meer lekker functioneert.
De planeet is op en de mensen ook
Het lijkt erop dat de grenzen zijn bereikt van een systeem waarin economische groei boven alles gaat. Klimaatveranderingen zijn van alle tijden, maar de snelheid waarmee de aarde nu opwarmt is toe te schrijven aan de mens. Ook de biodiversiteit op aarde staat door toedoen van de mens onder druk. De technologie zelf draagt daar ook aan bij. De uitstoot van de digitale sector is ongeveer even groot als die van de luchtvaart. Daarnaast baart het stijgende ziekteverzuim, met name als gevolg van stress en burn-out, zorgen. De oorzaak is niet alleen werkdruk, maar ook de druk die mensen in de maatschappij voelen[i]. Het ontlokte lector betekeniseconomie Kees Klomp de uitspraak “De planeet is op en de mensen ook. We lopen acuut aan tegen de grenzen van wat de planeet aankan, qua grondstoffen, qua uitstoot. Dat betekent dat wij, of we nu willen of niet, onze levensstijl grondig moeten veranderen.”
Vluchten voor of vechten tegen deze ontwikkelingen is onmogelijk. Acceptatie opent nieuwe wegen om als mens waarde te creëren voor jezelf én anderen (IK & WIJ).
Geen toestemming nodig
‘Hoe ver moet je gaan in zaken of werk, of in discipline’
Door verstrengeling van cultuur, natuur en techniek kan een decentrale, duurzame en digitale toekomst ontstaan.
Althans, als de focus niet alleen is gericht op eigen belang. Dat is een keuze. In een decentrale, duurzame en digitale toekomst gaat niet meer alleen om een businesscase voor het bedrijf/een organisatie, maar ook om een value case voor de samenleving.
Het is geen toeval dat organisaties zoals Buurtzorg en Seats2Meet al langer dan 10 jaar bestaan en nog steeds uniek zijn in hun aanpak. Zij hebben in een vroegtijdig stadium de marktimpact van technologie begrepen en daarin geïnvesteerd, maar ook oog gehad voor de maatschappelijke impact. De profit die wordt behaald, belast niet onnodig de planet en laat de people, zowel klanten als eigen medewerkers, meeprofiteren. Die ervaren autonomie en dragen op een natuurlijke manier bij aan het (bedrijfs)resultaat. Dat geldt ook voor Mijn School, een onderdeel van het Graafschap College en bijvoorbeeld Wikipedia, dat al sinds 2001 bestaat, bij de gratie van duizenden vrijwilligers. Het laat zien dat bestaande systemen en regelgeving hiervoor ruimte bieden.
Deze ontwikkelingen komen niet uit de lucht vallen, maar krijgen vorm door mensen die eigenaarschap tonen en dus de cultuur bepalen. Zij borduren voort op waarde die beschikbaar is, anticiperen op problematiek in het heden en nemen verantwoordelijkheid voor een toekomst die het eigen belang overstijgt. Deze regeneratieve manier van werken is duurzaam in zichzelf en gaat veel verder dan het inperken van de negatieve impact op de (mede)mens of natuur. Het is een holistische benadering waarin alle aspecten een versterkende werking op elkaar hebben. Regeneratieve landbouw bijvoorbeeld is een brede set aan methoden met een gezond en veerkrachtig landschap als einddoel. Een boer kan daar deel van uitmaken én goed van leven, omdat er een andere kosten/batenverhouding aan ten grondslag ligt.
Regenerative learning (RL) [i] is onderwijs dat de mensheid actief ondersteunt bij het op een waardige manier leren leven binnen sociaal-ecologische grenzen. Systeemverandering en persoonlijke transformatie gaan daarbij hand in hand (IK & WIJ) en daarin is een rol weggelegd voor ieder van ons.
[i] Praktijkvoorbeeld Bas van den Berg
Dominante logica loslaten
Ons brein is evolutionair gezien nog steeds ingesteld op 20 eeuwen schaarste. Het zorgt breed in de samenleving voor angst dat we tekortkomen. In de westerse wereld is echter al decennialang sprake van overvloed aan materiële zaken en middelen. Alleen de verdeling is niet optimaal. Door gebruik te maken van die overvloed, is niet meer geld of zijn niet meer mensen nodig om problemen het hoofd te bieden. Problemen kunnen fundamenteel worden opgelost door verspilling tegen te gaan, productiviteit te verbeteren, onnodige vraag te verminderen en vraag & aanbod beter af te stemmen. Data spelen daarbij een cruciale rol. Bij duurzame welvaart gaat het dus niet zozeer om bezit, maar veel meer om toegang (tot data, platforms en mensen) en de vraag wat we met de vrije tijd die ontstaat gaan doen[ii].
[ii] Weconomics / Paul Bessems
Mensen maken het verschil
Duurzame, toekomstbestendige, welvaart creëren is vooral mensenwerk. Het ontstaat door te anticiperen op ontwikkelingen die gaande zijn, zoals de verstrengeling van cultuur, natuur en technologie, en vanuit elk perspectief de daarbij behorende belangen (sociaal, ecologisch en financieel) in het oog te houden. Daar is verbeelding voor nodig en dat kun je niet alleen. Juist buiten de gebaande paden, bestaande sectoren en samenwerkingsverbanden ligt de ruimte.
Co-creatie is de vorm, eigenaarschap tonen de vaardigheid en evenwaardigheid tussen betrokkenen de sleutel tot succes. Bij deze vorm van samenwerking kan iedereen waarde toevoegen, ongeacht achtergrond, opleiding en leeftijd. Het enthousiasme om bijdragen te leveren is groot, maar een regeneratieve manier van werken vraagt wel tijd en doorzettingsvermogen. Het is een evolutionaire weg met kleine stappen. Klein is daarbij het nieuwe groot.
Eigenaarschap tonen
De discussie en problematiek rond de boeren is illustratief voor de traditionele (media)strijd die wordt gevoerd tussen het eigen belang van grote multinationals enerzijds en de overheid anderzijds. Het leidt niet tot duurzame oplossingen. Een caring farmer wacht niet op politiek en beleid, maar begint gewoon aan de reis naar kringlooplandbouw. Caring famers is een boeren- én consumentenorganisatie die zich inzet voor natuurinclusieve kringloop landbouw. Zij laten zien dat juist door (boeren)cultuur, natuur en techniek te verbinden rondom een gemeenschappelijk doel vernieuwing ontstaat. Caring Farmers biedt niet dé oplossing voor de boerenproblematiek – die bestaat niet- maar draagt wel bij aan duurzame welvaart door eigenaarschap dat betrokkenen tonen.
Je kunt immers niet de wereld veranderen, maar wel doen wat binnen je vermogen ligt om een wereld een beetje mooier te maken voor jezelf én anderen. In Nederland zijn veel voorbeelden van (burger)initiatieven en ondernemingen die eigenaarschap tonen. Buurtzorg[iii] laat zien hoe een duurzame, decentrale en digitale toekomst vorm krijgt. Ze zijn koploper op het gebied van digitale ontwikkelingen en konden mede daardoor groeien naar 1.000 lokale teams met mensen die in de wijk het verschil weten te maken. Ze zijn nationaal en internationaal actief.
[iii] Werken bij Buurtzorg / Jos de Blok
Ook aan de win-win-win aanpak ligt een initiatief ten grondslag. Van 2013-2019 hebben zo’n 2000 werkenden een proeftuin gevormd en de basis gelegd voor de WIN Werkwijzer. De 80/20-regel speelt daarin een belangrijke rol. Het zgn. Pareto-principe stelt dat ruwweg 80% van de resultaten voorkomt uit 20% van de oorzaken. In een organisatie bijvoorbeeld is zo’n 20% van de medewerkers bepalend voor 80% van het resultaat. Als je afscheid zou nemen van die 80% dan gaat hetzelfde principe op voor de overgebleven mensen. De 80% heeft dus wel degelijk waarde! In de proeftuin werd duidelijk dat de 80/20-regel ook toepasbaar is op persoonlijk vlak. 80% van de vaardigheden kan een ander (of technologie) evengoed, zo niet beter. Daarom is het veel slimmer te focussen op de 20% waarmee iemand het verschil maakt: de eigen waarde. Het biedt een natuurlijke basis waar altijd op kan worden teruggevallen, het is goed voor het zelfvertrouwen en het geeft de flexibiliteit én de rust die nodig is om te anticiperen op de snelle veranderingen. Tot slot kan de 80/20-regel ook worden gebruikt om een beweging op gang te krijgen: 20% voorlopers is voldoende. Zij zullen de twijfelende middengroep van 60% meenemen, want er is altijd een groep van zo’n 20% die niet mee wil of kan.
De tijd is rijp
WIN Werkt laat in Amsterdam Zuidoost al een paar jaar zien dat je door het toepassen van de win-win-win filosofie elkaar rijker kunt maken vii.
Door kennis en inzichten te delen helpt WIN Werkt de toekomstbestendigheid van bedrijven/organisaties die ook het verschil willen maken een stap op weg.
Vii 2Ping
‘We maken ons eigen alternatiefje, met of zonder boterbriefje’.
Zo eindigt het door Jenny Arean geschreven lied. Dat is waar de WIN-filosofie toe aanzet en waar we in de loop der jaren steeds meer werkende voorbeelden van kunnen laten zien.
In 2024 is het tijd voor een volgende stap. Vanaf 1 januari worden alle WIN-activiteiten uitgevoerd onder de paraplu van WIN Werkt onder het motto natuurlijk werken voor iedereen. WIN Werkt positioneert zich als een community voor betekenisvol samen werken in een snel veranderende wereld, gebaseerd op de WIN-filosofie. Met als resultaat leuke collega’s, meer voldoening van en rust in je werk. Wie wil dat niet?
Meld je aan bij de LinkedIngroep en laat anderen weten waar je aan werkt en neem -als je dat nog niet hebt- een abonnement. Voor 5 Euro per maand geef je jezelf een prikkel om te blijven ontwikkelen en voor dat geringe bedrag kun je ook nog van allerlei voordelen genieten. Bovendien steun je gratis deelname aan de training Maak impact met je eigen werk, voor mensen die het zelf niet kunnen betalen.