Nog elfduizend nachtjes
Piekerend over een persoonlijke, positieve, prikkelende laatste column van het jaar, kwam ik uit bij de vertrouwde drie p’s die ons duurzame kompas vormen: people-planet-profit. Het is medio november als ik dit stukkie schrijf. Buiten is het 15 graden en in onze achtertuin komen de bollen al op. En hoe prettig dat op het eerste gezicht ook mag zijn, tegelijkertijd voelt dat ook ongemakkelijk.
Hetzelfde gevoel zullen mensen hebben die vanaf een cruiseschip in het poolgebied naar helblauwe afbrokkelende ijsbergen turen. Zo indrukwekkend en tegelijkertijd zo desastreus. Een ongemakkelijke waarheid. Zelden treffender in beeld gebracht dan in de geruchtmakende film van vicepresident Al Gore van de VS: An inconvenient Truth. Zijn waarschuwing is inmiddels al 15 jaar oud.
Vingertje
Al Gore was niet de eerste die het vingertje ophief. 50 jaar geleden alweer verscheen het alarmerende rapport ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome. Daarin trokken tientallen wetenschappers aan de bel en vroegen aandacht voor de negatieve gevolgen van ongecontroleerde economische groei. Behalve milieuvervuiling onderzochten ze de samenhang met andere mondiale problemen: bevolkingsgroei, industrialisatie, uitputting van grondstoffen en de voedselproductie. Hun haast apocalyptische voorspelling zorgde wereldwijd voor grote ophef. Én vormden begin van het milieubewustzijn.
Ontelbare studies en rapporten zijn sindsdien verschenen. Opgesteld door even ontelbare instanties, platforms, commissies en overlegorganen. Het heeft geresulteerd in ingrijpende groene wetgeving en duurzame maatregelen. En in heel mooie milieuresultaten.
Alleen: het duurt allemaal veel te lang aangezien de noodzaak van een veel rigoureuzere mindshift nog lang niet overal is ingedaald. Ook niet in ons eigen haven- en industriegebied. Want waarom kunnen we – ik bagatelliseer even – wel in een adem een Betuweroute of een Maasvlakte aanleggen of een tunnel onder de Nieuwe Waterweg? En doen we twintig jaar over een pijpleiding voor CO2 opslag (als-ie er ooit komt) of de omschakeling naar walstroom?
Duurzame welvaart
Nog altijd vormt vooral het bruto binnenlands product de alles dominerende indicator voor groei en welvaart. En zijn kwaliteit van de leefomgeving, sociaal welzijn en de behoeften van volgende generaties – noem de brede of duurzame welvaart – niet ingecalculeerd. Verder kijken dan groei en rijkdom is ook de boodschap van de donuteconomie, ontwikkeld door de Britse econoom Kate Raworth. Net als Al Gore reist zij de wereld over met haar inzicht dat de economie niet oneindig kan groeien, maar een ecologische bovengrens en een sociale ondergrens kent.
Natuurlijk, die duurzame boodschap is ook onze (Europoort-)kringen, in de haven van Rotterdam, heus wel geland. Niet langer werken we in en aan de ”grootste” maar de “beste” haven ter wereld. ’Ik durf te zeggen dat wij met het breedste palet en de grootste portfolio van veranderingen bezig zijn van allemaal”, zegt havenbaas Alard Castelein fier in een recente BNR-postcast. Zeker het luisteren waard onder de kerstboom.
Nog 11.000 nachtjes
Niemand zal ontkennen dat de haven veel schoner en stiller is dan vroeger. En voor de toekomst is er een heel stevig energie-transitieplan in uitvoering, op weg naar een CO2-loos 2050. Alleen… die horizon ligt maar 29 jaar verder. Een kleine elfduizend nachtjes. En er moet nog zoveel gebeuren. De tijd vliegt. Opschieten dus als we de doelen willen halen. Zowel de groene, als ook de sociale, inclusieve doelen. Want ook de werkgelegenheid en het soort banen veranderen mee. Niet alleen havenbaronnen, maar elke havenwerker hoort mee te profiteren van de welvaart die de haven brengt.
En dan zit er ineens een coronajaar tussen dat alle voornemens vertraagd. Of toch niet? Want 2020 heeft juist laten zien dat we heel goed in staat zijn tot een rigoureuze mindshift. Ook de CO2-opgave is niet gering: van petroleum naar biogas en biodiesel; van lineair naar circulair; met restwarmte, wind- en zonne-energie; met hybride, schone (en ook stille) schepen, op waterstof. Kortom: reken maar dat het haven en industriecomplex straks ook in die nieuwe en duurzame jas nog steeds zijn trotste en stoere uitstraling heeft. Of, om het gedicht ‘Hartcore’ van Jules Deelder te parafraseren:
‘De haven is de motor van het land
Het middelpunt van het heelal
Het brood waarvan we eten
Het hart van Rotterdam’
Deze column schreef Jaap voor Europoortkringen
Smaakmaker Jaap Luikenaar (1953) woont sinds een aantal jaren in Eindhoven. Zijn hele werkzame leven is hij actief in het communicatievak als schrijver en redacteur. Eerst in dienstverband en nu op projectbasis vanuit zijn eigen bedrijf Leodium. Hij is tevens bestuurslid bij Terres des Hommes Eindhoven en faciliteert WIN Werksessies in Eindhoven.